GROEPEREN, SORTEREN EN STRUCTUREREN 2

1

1.overzicht

 

Dit is deel 2 van een reeks opdrachten die leerlingen inzicht helpt krijgen in het groeperen, sorteren en structureren van gegevens. – concepten die hen zal helpen bij het coderen.  Ze leren ook werken met ‘EN’, ‘NIET’, ‘OF’ en introduceert concepten zoals variabele en het benoemen van sets.

Leeftijd: 9+

 

2.doel

 Leerlingen verder vertrouwd laten worden met basisstructuren en variabelen, die ze later kunnen gebruiken bij het programmeren.

De leerlingen kunnen:

  • Laten zien dat iets in meer dan één verzameling kan thuis horen.
  • Een venndiagram tekenen om dit aan te tonen.

3.benodigdheden

1

 

Meerdere verzamelingen

De voorwerpen die we gebruiken hebben 3 duidelijke eigenschappen: kleur, formaat en vorm. In de vorige opdrachten maakte de leerlingen verzamelingen op basis van één of meerdere van deze eigenschappen. De opdrachten tijdens deze les maken gebruik van meerdere verzamelingen met overlappende eigenschappen. Zo proberen we duidelijk te maken dat dingen tegelijkertijd  tot meerdere verzamelingen kan behoren, een belangrijk concept in het cumputationeel denken.

Bijvoorbeeld binnen de klas behoren de leerlingen tot verschillende verzamelingen, die kunnen opvragen (query). Query-taal of vraag-taal wordt zo bijvoorbeeld ook gebruikt om informatie uit databanken te halen. Men gebruikt hier speciale programma’s om doormiddel van vragen over een bepaalde verzamelingen van data berekeningen uit te voeren alvorens een resultaat te laten zijn. Denk maar aan de google zoekmachine.

Probeer binnen de klas ook overlappende verzamelingen te vormen. ‘jongens’, ‘meisjes’, bruin haar’, ’zwart haar’, ‘blauwe ogen, ‘bruine ogen’, enz.

Probleem! Hoe kan je nu in verschillende groepen tegelijkertijd gaan staan?

Je kan dit ook met lego proberen. Blokjes, kleur, enz..

In de echte wereld is het moeilijk alles volgens de juiste verzameling te sorteren. Sorteer je bijvoorbeeld boeken per kleur, genre, titel, auteur of een andere eigenschap?  Dit is niet zo evident omdat dat telkens alles fysiek moet verplaatst worden.

2

 

 

 

 

 

 

 

Een computer kan daarentegen wel eigenschappen aan een boek blijven toevoegen en zo verzamelingen maken, zonder telkens fysiek alles te hoeven verplaatsen wanneer je een andere indeling wenst.

3

Je kan bijvoorbeeld een online boekwinkel gebruiken om dit voorbeeld te illustreren.

 

Venndiagrammen

Met een venndiagram kan je laten zien dat objecten niet enkel bij één verzameling hoeven te horen, maar deel kan uitmaken van verschillende verzamelingen. Begrijpen hoe venndiagrammen werken is een belangrijk concept bij het programmeren. Wanneer we programmeren tekenen we geen venndiagrammen, maar stellen deze voor met een code.

4

4.activiteiten

Begin met een ‘vertel’ oefening door twee overlappende verzamelingen en leerlingen de voorwaarde voor elke verzameling te laten zoeken.

Waar gaan de voorwerpen die beide eigenschappen hebben?

Probeer verschillende oegeningen, maar blijf bij twee eigenschappen.

  • Één verzamling groot, één verzaeling rond
  • Één verameling wit, één verzameling klein
  • Één verzameling zwart, één verzameling balken
  • Één verzameling medium, één verzameling rood
  • enz.

EN, NIET, OF

Wanneer de leerlingen hetconcept van overlappende verzamelingen door hebben, kan je ‘EN”, ‘NIET’ en ‘OF’ functies toevoegen. Dit maakt het natuurlijk ingewikkelder. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen kan je hier stoppen of doorgaan.

Wat is de overlapping van de verzameling hieronder. Wat zijn de eigenschappen?

5

Het kan hier helpen om te differentiëren en de ‘EN”, ‘NIET’ en ‘OF’ functies te herhalen.

6

Ga verder door meer verzamelingen met bepaalde voorwaarden  toe te voegen .

7

Je kan verder nog een extra verzameling toevoegen.

8

Hier heb je 7 mogelijke posities om een object te plaatsen, wat de moeilijkheidsgraad weer verhoogd.

Vooral het midden van dit venndiagram is interessant om te bespreken. De objecten maken deel uit van drie verzamelingen. (bv: wit en rond en klein)

9

Mogelijke extra uitdagingen:

  • 1st  Cirkle: niet zwart
  • 2de Cirkle: niet rood
  • 3de Cirkle: niet wit
  • 1st  Cirkle: zwart en rood
  • 2de Cirkle: zwart en rood of wit
  • 3de Cirkle: niet klein

Natuurtalent spotten

Deze opdrachten helpen om de basisconcepten van coding en computationeel denken duidelijk te maken. Af en toe zijn er leerlingen die hier snel mee weg zijn en de logica snel doorhebben. Het zijn niet per definitie de normale uitblinkers, dus voor hen kan dit ook een ideale lans zijn om hun talent te ontdekken.

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *