Elke dag zijn er meerdere situaties waarbij we een probleem moeten oplossen. In de meeste gevallen is dit een klein probleem waar we niet over moeten nadenken of een probleem waarvoor we de oplossing reeds weten. Bijvoorbeeld:

  • Wat is de kortste weg naar school?
  • Hoe stuur ik een bericht met mijn gsm?

Wanneer we een nieuw en/of groter probleem tegenkomen, overlopen we verschillende denkpistes om tot een gewenst resultaat te komen. De weg om van een probleemstelling tot een oplossing te komen, noemen we een algoritme. Een algoritme is een eindige reeks instructies die vanuit een gegeven begintoestand naar een beoogd doel leiden.

Voorbeelden

  • In een doos Lego zitten er heel wat losse stukjes. Het probleem is heel eenvoudig: “Hoe maken we met deze losse stukken dezelfde constructie als op de doos? Hiervoor gebruiken we de handleiding, een reeks van instructies die ons naar het gewenste resultaat begeleid.
  • Wanneer je een nieuwe gsm aankoopt, heb je steeds een handleiding (al dan niet op internet) om je te helpen probleemsituaties om te zetten in oplossingen, bv.:
    • Hoe wis je alle berichten?
    • Hoe bewaar ik een contactpersoon
  • Wanneer je zelf iets wil koken, kan je best gebruik maken van een recept. Hier wordt immers stap voor stap uitgelegd hoe je van je beginsituatie tot een lekker gerecht komt.

algoritme

Algoritme vs. programma

Elk computerprogramma is eigenlijk één groot algoritme, maar dan omgezet in een programmeertaal. Vermits het algoritme van een programma iets te ingewikkeld is voor de programmeur om zo maar te programmeren, deelt hij het algoritme op in kleineredeelalgoritmen. Al deze verschillende deelalgoritmen worden vervolgens geprogrammeerd in een programmeertaal en samengevoegd tot één programma.

Enkele voorbeelden van programmeertalen zijn:

  • javascript
  • java
  • php