Een monster maken…

Een monster maken

(patronen herkennen, abstractie)

Gebaseerd op https://studio.code.org/s/20-hour/stage/3/puzzle/1

1.Overzicht:

De leerlingen werken in groepen. Groep 1 zal bepaalde eigenschappen van monsters bepalen en in categorieën plaatsen. Vervolgens stelt groep 1 een algoritme op. Groep 2 zal dit algoritme doorlopen om een bepaalde monster te creëren.

Leeftijd: 10 jaar of ouder

Niveau: gemiddeld

Tips om de lessen aan te passen: zie verder

Materiaal: een monster catalogus, wit papier, potloden en scharen.

2.Doelen

De leerling kan

  • patronen (model, vorm, kleur, voorbeeld, herhalingen) herkennen.
  • door het opstellen van een serie van geordende stappen een probleem oplossen of een bepaald doel bereiken.

3.Tool: nihil

4.Praktisch verloop

Stap 1: categoriseer de monsters

Elke groep krijgt een kopie van enkele monsters uit de monster catalogus. Elk monster moet gecategoriseerd worden.

Voorbeeld:

  • Sorteer de monsters volgens vorm van het gezicht.
  • Geef de soorten monsters een naam.

 

Step 2: abstractie: bepaal wat monsters gemeen hebben.

Wat hebben alle monsters gemeen?

 

Voorbeeld:

  • Zoek naar gelijkenissen. Kijk naar ogen, neus mond, oren…
  • Maak hiervan een lijst met eigenschappen. Geef elke soort eigenschap.
    Voorbeeld voor de ogen: een naam zoals katogen, lieve ogen, grote ogen…

 

Step 3: abstractie—Wat is dan verschillend? .

Deze info zal belangrijk zijn om later de monsters te kunnen tekenen.


 

Voorbeeld:

Probeer di teens uit voor een bepaald monster. Ga na of de lijsten uit stap 2 volledig zijn.

  • Het monster heeft een ………hoofd.
  • Het monster heeft ………ogen.
  • Het monster heeft een ………neus.
  • Het monster heeft een ………mond.
  • Het monster heeft …………..oren.

 

Step 4: algoritme—hoe kan je nu alles samen voegen en een lijst met instructies maken zodat jouw klasgenoot het monster kan tekenen?

Voorbeeld:

  • Teken een (soort) hoofd.
  • Teken (soort) ogen.
  • Teken een (soort) neus.
  • Teken een (soort) mond.
  • Teken (soort) oren.

 

Leerlingen testen hun algoritme best vooraf uit.  Laat vervolgens de andere groep het algoritme uitvoeren.

 

Tips om de lessen aan te passen voor oudere leerlingen:

Breid het aantal kenmerken uit naar handen (aantal vingers), benen, lengte, haar…

 

Tips om de lessen aan te passen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften:

Probeer de oefening eerst klassikaal en niet in kleine groepjes. Beperk het aantal kenmerken tot bijvoorbeeld ogen, neus en mond.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *