STEM-vaardigheden onderzoek
De werkgelegenheid in de Europese technologiesector is de afgelopen tien jaar drie keer zo snel is gegroeid als de algemene werkgelegenheid. Tegelijkertijd werkt slechts 36 procent van de Europese vrouwen onder de 30 jaar in STEM-vakgebieden (wetenschap, technologie, techniek en wiskunde)
KRC Research en Microsoft hielden in 12 Europese landen waaronder België een bevraging bij 11.500 11- tot 30-jarige jongedames en vrouwen rond hun interesse in STEM. Het onderzoek wil in de eerste plaats nagaan wanneer en waarom jonge Europese vrouwen hun interesse in STEM verliezen: STEM blijkt immers ondanks alle inspanningen toch nog altijd een hoofdzakelijk mannelijk publiek te bekoren.
België mag dan kwalitatief wel top of class zijn qua (STEM) onderwijs, blijkbaar slagen we er toch nog niet voldoende in om onze jongste generatie te overtuigen
Overigens komt uit het onderzoek ook goed nieuws naar voren; dat Belgische meisjes en vrouwen bijvoorbeeld niet meedoen aan stereotypering die in heel wat andere landen wél nog speelt. Over het algemeen stellen meisjes zich in heel Europa een man voor als ze denken aan wetenschappers, ingenieurs of computerprogrammeurs. In België is dat ‘maar’ 35 procent die meteen aan een man denkt. “Maar België mag dan kwalitatief wel top of class zijn qua (STEM) onderwijs, blijkbaar slagen we er toch nog niet voldoende in om onze jongste generatie te overtuigen zoals ze dat in andere landen kunnen”, concludeert Valerie Taerwe.
Om jongeren te stimuleren om voor STEM te kiezen, werkte de Vlaamse Regering een actieplan uit. Dat trad in 2012 in werking en moet tegen 2020 onder andere meer meisjes in STEM-opleidingen en -beroepen krijgen. In de academische STEM-opleidingen vertegenwoordigen zij nu 24 procent. In de professionele STEM-opleidingen steeg hun aandeel lichtjes van 21,13 naar bijna 24 % in 2016, zo blijkt uit beleidsonderzoek van Minister van Onderwijs Hilde Crevits.
De 6 belangrijkste oorzaken die invloed hebben op de interesse van meisjes in STEM:
- Erop vertrouwen dat mannen en vrouwen gelijkwaardig behandeld worden in STEMvakgebieden
- Ouders die aanmoedigen om STEM-vaardigheden te ontdekken
- Creativiteit
- Leraren die aanmoedigen om STEM-vaardigheden te ontdekken
- Een zichtbare aanwezigheid van vrouwelijke rolmodellen in STEM-vakgebieden
- Het idee dat jongens altijd beter zullen zijn in STEM
Janneke Niessen, medeoprichter van InspiringFifty en Improve Digital en als partner betrokken bij het onderzoek:
“Enthousiasme van meisjes voor STEM-vakken is gemiddeld vanaf tien jaar aanwezig, maar het wordt vaak al snel als een jongensaangelegenheid gezien. Vaak wordt gedacht dat technologie saai, moeilijk en niet relevant is. En dat op een leeftijd waarop meisjes wel studiekeuzes maken die bepalend zijn voor hun toekomstmogelijkheden. Het is dan ook belangrijk dat ze sterke rolmodellen hebben, die hen laten zien dat STEM-vaardigheden voor iedereen zijn. En nog beter, dat ze alles kunnen bereiken wat ze willen.”
Tamira van Roeyen, medeoprichter Techionista en als partner betrokken bij het onderzoek:
“Bij Techionista komen wij elke dag in contact met vrouwen die warm lopen voor technologie. Gelukkig maar, want tech heeft de toekomst. Dit onderzoek benadrukt dat we nog lang niet klaar zijn met onze missie: meer vrouwen enthousiasmeren mét en voor technologie. Dat doen we onder meer door workshops en opleidingstrajecten aan te bieden. Op deze manier hopen wij de rolmodellen te creëren die zo hard nodig zijn voor de jonge meiden die aan de vooravond van hun studiekeuze staan.”
Betere baankansen voor vrouwen met STEM-vaardigheden
Door meisjes te inspireren en aan te moedigen hun STEM-vaardigheden te ontwikkelen, vergroten niet alleen hun eigen baankansen, maar is het ook mogelijk de algehele Europese economie een boost geven. Als er in de huidige digitale sector net zoveel vrouwen als mannen zouden werken, zou dat resulteren in een groei van negen miljard euro in het bruto nationaal product van de EU.
Over het STEM-vaardigheden onderzoek *
Microsoft voerde het onderzoek uit in samenwerking met Professor Martin W. Bauer van het Department of Psychological and Behavioural Science aan de London School of Economics (LSE). Daarvoor ondervroegen zij eerst focusgroepen van 54 meisjes in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Duitsland, Finland, Italië, Polen, Rusland, Slowakije en Tsjechië naar hun meningen over onderwerpen op STEM-vakgebieden. Deze inzichten werden vervolgens getoetst in een kwantitatief onderzoek onder 11.500 meisjes om te bepalen op welke leeftijd zij hun interesse voor STEM-gerelateerde onderwerpen verliezen, en waarom dat gebeurt.
Bronnen: www.Knack.be & blogs.microsoft.nl
