Titel: speel een spel
1.overzicht:
korte beschrijving
Leerlingen leren spelenderwijs omgaan met verschillende onderdelen van programmeren: voorwaarden en herhalingen, fouten maken, fouten zoeken en oplossingen vinden.
leeftijd: 4-10 jaar
level: beginner – gemiddeld – gevorderd
21ste eeuwse vaardigheden:
probleemoplossend denken
creatief denken
tips om te differentiëren
De app geeft de mogelijkheid om fouten te maken, opnieuw te proberen, sneller te gaan en te groeien in het leren programmeren
2.doel
Als we de app kodable gebruiken ontdekken de leerlingen tijdens het programmeren voorwaarden, loops, opeenvolging en herhalingen.
3.tool
ipad
app kodable
4.activiteiten
- De leerlingen krijgen via de iPad een inleiding van de app: de tutorial legt uit hoe je “bluefuzz” met commando’s moet voorzien om het niveau uit te spelen. Leerlingen zullen de commando’s in de juiste volgorde naar de juiste plaats slepen. Als ze klaar zijn tikken ze op de groene playknop: “Bluefuzz” wordt geactiveerd en het programma dat ze net hebben geschreven wordt uitgevoerd.
- De leerlingen zullen het spel een aantal keren moeten uittesten om het onder de knie te krijgen. We moedigen hen aan om fouten maken: leren uit je fouten hoort nu eenmaal bij programmeren. Als het programma wat ze schrijven heeft een bug heeft, dan wordt dit meteen op het scherm getoond. De leerlingen proberen tot ze slagen in de opdracht en de “Bluefuzz” tot een goed eind brengt.
- Na een aantal niveaus moeten de leerlingen zoeken naar fouten (debugs) in gegeven codes en het probleem proberen op te lossen.
- Hierna krijgen de leerlingen opnieuw een inleiding. Deze keer over de voorwaarden waarmee ze soms rekening moeten houden bij het programmeren. Door verschillende niveaus uit te spelen zullen de leerlingen beter leren omgaan met voorwaarden bij het programmeren.
- Na een aantal niveaus moeten de leerlingen zoeken naar fouten (debugs) in gegeven codes en het probleem proberen op te lossen.
- De leerlingen krijgen opnieuw een introductiefilm te zien. Deze keer rond het gebruiken van loops tijdens het programmeren.
- Na een aantal niveaus moeten de leerlingen zoeken naar fouten (debugs) in gegeven codes en het probleem proberen op te lossen.
